DORN METHODE
De Dorn methode is een vriendelijke, zachte en dynamische methode waarmee gewrichten en wervels kunnen worden gecorrigeerd. Het is bij uitstek geschikt voor mensen die niet “gekraakt” willen of kunnen worden. Met behulp van deze methode wordt getracht een optimale ruimte in de wervelkolom te creëren zodat de spinale zenuwen ongestoord hun werk kunnen doen.
Sommige zenuwopeningen tussen de wervels zijn niet al te groot. Door scheefstand van één of meerdere wervels worden de betreffende zenuwen beklemd en worden zij in hun functie belemmerd, wat weer klachten kan geven in de Segmentale zones. Een constante, zeer lichte druk van een verschoven wervel, kan een spinale zenuw al irriteren.
Het uitgangspunt van de Dorn methode is een verschil in beenlengte (zie afbeelding); een veel voorkomend probleem bij mensen met rugklachten. Een beenlengteverschil hoeft niet altijd een anatomische oorzaak te hebben. Dit kan ook zijn ontstaan doordat er teveel ruimte is ontstaan in heup-, knie- of spronggewricht (subluxatie). Dat verschil kan variëren van enkele millimeters tot zelfs meerdere centimeters. Er kan zelfs in het meest extreme geval een verschil ontstaan van wel 4,5 cm per been, namelijk 2 cm in het heupgewricht, 5 mm in het kniegewricht en 2 cm in het spronggewricht.
Door dit beenlengteverschil komt het bekken scheef te staan. Het menselijk lichaam zal er altijd naar streven dat de ogen, en dus de zichtlijn, horizontaal staan. Wanneer het bekken scheef staat heeft dit tot gevolg dat het lichaam dit in de rug zal proberen te corrigeren, zodat het hoofd toch ‘recht staat’. Een beenlengteverschil kan dus tot gevolg hebben dat één of meerdere wervels van de rug scheef gaan staan waardoor zij op hun beurt mogelijk een zenuw beknellen.
Om dit beenlengteverschil op te heffen, maakt men bij reguliere therapievormen vaak het kortere been langer met behulp van een orthopedische hakverhoging (zooltje). Hiermee wordt de scheefstand van het bekken en de wervelkolom ondersteund en in stand gehouden. Bij de Dorn methode wordt juist het langere been op een natuurlijke wijze korter gemaakt. Dat wil zeggen: de extra ruimte wordt ‘eruit gedrukt’ en de normale stand van bekken en wervelkolom wordt hersteld.
Door een samenwerking tussen therapeut en cliënt is het mogelijk tijdens beweging van de cliënt gewricht- en rugwervelcorrecties uit te voeren. De correcties die worden uitgevoerd gebeuren altijd in beweging (dynamische correcties), waardoor het lichaam veel makkelijker de correcties accepteert. De spieren zijn dan min of meer afgeleid.
Een verschoven rugwervel kan veel klachten veroorzaken, zoals u in het overzicht hieronder kunt zien. Het zijn meestal klachten waarbij men niet direct een link legt met een verschoven rugwervel. Doordat het een vrij zachte en milde methode is, is de Dorn Methode bij uitstek geschikt voor kinderen en mensen met een verminderde botconditie.